In 1978 ging ik na mijn studie een reis maken waar ik al een tijdje van had gedroomd: Over land naar India. Ik kocht een kaartje voor 399 gulden naar Delhi en een open vliegticket Delhi Amsterdam voor de terugweg. Half februari vertrok ik met de Magic Bus van achter het centraal station in Amsterdam. Mijn Ricoh fototoestel en een grote zware telelens, die ik speciaal voor deze reis had gekocht, zaten als belangrijkste attributen voor onderweg in mijn rugzak. Het avontuur kon beginnen. Wat ik wilde? Veel zien en ervaren, andere culturen leren kennen en bij thuiskomst daarover kunnen vertellen en laten zien wat ik gezien had.
Afghanistan heeft het meeste indruk op mij gemaakt, ik heb daar een geweldige tijd gehad. En ik had uiteraard geen flauw vermoeden hoe de geschiedenis een half jaar na mijn vertrek een grote negatieve wending zou krijgen. Ik heb in Afghanistan ruim 100 dia’s gemaakt, 75 daarvan heb ik gescand en van stofjes en wat diaschimmel ontdaan.
Mijn busticket naar India had ik in Teheran verkocht, ik was vrij om door Afghanistan te reizen zoals ik wilde. Samen met een Japanner (Naomi Takayama) en een Candees (ken Mitchell) ben ik met 5 Afghanen in een busje van Herat naar Mazar i Sharif gereden. De Afghanen wilden wat handelen, rondstruinen op de markt en de Buzkashi mee maken, wij betaalden zo hun kosten. De heenreis nam een week in beslag, waarvan een paar dagen stop in Kabul.